……. “Thor trok met macht, de moedige Aze,
de blazende gifslang tot de bootrand op
En sloeg van boven, het boze monster
Met z’n donderhamer hard op z’n kop
De rotsen beefden, de bergen schudden,
De oude aarde spleet gans uiteen”……… (uit de Edda)
Odin, Thor en Loki spelen een belangrijke rol in de verhalen uit de Edda. De humor in deze verhalen en de ondergang van het godenrijk is de 9-10-jarigen op het lijf geschreven. Het is een drempel in het kinderleven. Het kleine kind draait zich van het verleden om naar de toekomst. En daarbij gaat het geloof in bijvoorbeeld Sinterklaas over. De grote levensvragen geven tegelijkertijd vreugde en onzekerheid.